In ons onderwijs vinden we het belangrijk dat kinderen zelfstandig kunnen zijn, vanaf de kleuterklas tot en met de lagere schooljaren. We willen kinderen opvoeden tot zelfverzekerde volwassenen die kritisch kunnen nadenken. Dit betekent dat we ze de ruimte geven om zelf beslissingen te nemen en een zekere mate van vrijheid te geven. Concreet houdt dat in dat leerlingen hun leerproces sturen, beoordelen en aanpassen met het oog op het zelfstandig bereiken van vooropgestelde doelen. Het aanleren van vaardigheden en het verwerven van inzicht op het vlak van zelfsturing is relevant voor alle leerlingen vermits het de motivatie en het welbevinden verhoogd. Dit uit zich in praktische toepassingen zoals planningsborden, waar kleuters zelf bepalen wanneer ze aan opdrachten werken. Er wordt ook veel met pictogrammen en open kasten worden gewerkt zodat kinderen zonder hulp van een volwassene opdrachten kunnen volbrengen. 

Binnen het leerproces zullen ze ook zelfstandig opzoekwerk verrichten, zelf oplossingen bedenken voor problemen die zich stellen en zelf bepalen welke hulpmiddelen hun kunnen helpen. 

 

In de lagere school verschuift deze zelfstandigheid naar dag- en weekplanningen. In de eerste drie leerjaren maken leerlingen dagplanningen. In het vierde tot en met zesde leerjaren plannen ze voor de hele week, differentiërend tussen lessen met instructie en zelfstandig werk. Planningsborden en documenten visualiseren deze keuzes. 

 

De rol van de leerkracht is cruciaal in onze school. Zij moedigen leerlingen aan om problemen op hun eigen manier op te lossen, bieden een veilig kader en voorzien feedback, altijd vanuit een 'Growth mindset' (Carol Dweck, 2011) om de ontwikkeling van kinderen te versterken. Aangezien de leerkracht niet altijd onmiddellijk beschikbaar is, leren de leerlingen om te gaan met uitgestelde aandacht. Dit principe komt tot uiting in ons systeem van verkeerslichten. Elke kleur draagt een specifieke betekenis met zich mee: rood geeft aan dat de leerkracht druk bezig is en niet gestoord kan worden, oranje betekent dat je de leerkracht mag storen als het echt dringend is, en groen geeft aan dat je de leerkracht kunt benaderen wanneer je wilt. Hierdoor worden leerlingen meer op zichzelf en op elkaar aangewezen, waardoor ze vaker kunnen profiteren van elkaars inzichten en ontdekkingen dan in een traditionele klassikale setting. Ons doel is dat leerlingen zelfstandig leerstof kunnen verwerken, kritisch staan tegenover informatie, in staat zijn tot planning en flexibel genoeg zijn om veranderingen te accepteren.